
Uitgever: Volt
Pagina's: 272
Prijs: €22,50
Waardering: ⭐️⭐️⭐️⭐️
In the spotlight: Sporen. Veteranen na hun missie
Eens in de zoveel tijd pak ik een boek op dat met defensie, soldaten en/of veteranen te maken heeft. Non-fictie uiteraard. Want fictieve oorlogsverhalen zijn over het algemeen niet echt aan mij besteedt.
Vanwege mijn eigen link met veteranen, draag ik hen een zeer warm hart toe.
Toen ik zag dat er een boek van Olof van Joolen en Niels Roelen zou verschijnen met daarin de persoonlijke verhalen van veteranen, en vooral de verhalen over hun leven ná de missie, moest ik daar meer van weten.
In deze ‘In the spotlight’ blog vertel ik je meer over dit boek en deel ik ook mijn persoonlijke verhaal met jullie.
Er zijn nog teveel dingen die onbesproken blijven en een boek als dit verdiend absoluut extra aandacht.
(Van uitgeverij Volt mocht ik een exemplaar ontvangen voor mijn blog in ruil voor mijn eerlijke mening)
“Sporen is een indringende bundel met persoonlijke verhalen van Nederlandse veteranen over hun missie en hun terugkeer in de burgermaatschappij.
Zo’n honderdduizend Nederlanders mogen zich veteraan noemen. Ze hebben gediend in de Tweede Wereldoorlog en Nederlands-Indië, of hebben zich daarna ingezet in een van de internationale missies voor vrede en veiligheid. Die relatief korte periode heeft hun leven gevormd en dikwijls ook een andere wending gegeven. Maar hoe precies? Kwamen ze met een trauma terug of bracht de uitzending juist het soort wijsheid dat alleen een oorlog je kan bijbrengen? Maakten ze na de missie radicaal andere keuzes of was deze juist de bevestiging dat ze de juiste keuzes in hun leven hadden gemaakt?
Schrijver en veteraan Niels Roelen en Telegraaf-journalist Olof van Joolen spraken met 26 veteranen van alle leeftijden, rangen, krijgsmachtsdelen, uit alle sinds de Tweede Wereldoorlog door de Nederlandse krijgsmacht uitgevoerde missies, over de sporen die hun uitzendingen hebben nagelaten. Hun verhalen zijn zonder uitzondering ontnuchterend eerlijk, heftig, soms ontroerend. Stuk voor stuk vormen ze indrukwekkende bewijzen van de menselijke veerkracht.”
Persoonlijke link
Als kleindochter van een oud marinier en zus van een landmacht veteraan, is defensie altijd een onderdeel van mijn leven geweest.
De diensttijd van mijn broer heb ik bewust meegemaakt, maar ook die van mijn grootvader heeft uiteindelijk een diepe en blijvende indruk op mij gemaakt.
Dankzij deze mannen in mijn leven, droomde ik van een carrière bij de Koninklijke Marine. Ik heb zelfs de keuringen hiervoor doorlopen.
Echter, alhoewel ik met vlag en wimpel slaagde voor mijn psychologische keuring en de kracht test, zakte ik op een minuut voor de fietstest.
Lag het aan mijn wilskracht? Mijn leven nam een andere wending en ik ben nooit beland in de commandocentrale van het fregat Hr.Ms. Witte de With.
Bummer.
Mijn liefde voor andere zaken en het ontmoeten van mijn soulmate tijdens de keuring, namen de plaats van mijn liefde voor defensie in en vele jaren dacht ik er niet meer over na.
Totdat mijn opa overleed in 2014.
Mijn opa had zich direct na de Tweede Wereldoorlog op twintigjarige leeftijd aangemeld als oorlogsvrijwilliger bij de Mariniersbrigade en vertrok op 15 juli 1946 voor ten minste drie jaar naar Nederlands-Indië. Hij eindigde zijn dienstperiode in oktober 1949 in de functie van tijdelijk sergeant.
Laat ik eerlijk zeggen, dat ik op school nooit over deze “missie” ook maar enige geschiedenisles heb gehad. En het gebied mij ook te zeggen dat mijn opa, met geen enkel woord gesproken heeft over zijn diensttijd.
Als ik hem ernaar vroeg, zei hij altijd dat hij zich er niets van kon herinneren.
Hij was een zeer bescheiden man en liep sowieso nooit ergens mee te koop. Heel soms maakte hij wel eens een opmerking waaruit bleek dat hij zijn periode daar als marinier echter nooit vergeten is.
Als mijn moeder zich verontschuldigde dat we wéér eens ‘dit’ aten in plaats van iets anders, zei hij: ‘Ach, ik heb jaren alleen rijst gegeten.’
En als mijn moeder zich verontschuldigde dat hij op een stretcher moest slapen als hij bij ons kwam logeren, dan zei hij dat hij jarenlang de grond of een veldbed gewend was.
Ook had hij uitdrukkingen die hij met regelmaat herhaalde als wij als kind waren gevallen en de boel bij elkaar brulden. De zin die mij altijd is bijgebleven: ‘Bloed is goed, pijn is fijn.’ En weer door.
Toen mijn opa hoorde dat ik bij de marine wilde, gaf hij mij o.a. zijn baret. Een bijzonder geschenk dat ontzettend veel voor mij betekende. Echter zou pas jaren later de emotionele betekenis daarvan tot mij doordringen.
Toen hij in 2014 overleed, vroeg ik mij af waarom wij nooit vaker vragen hadden gesteld over zijn verleden. Over zijn diensttijd. Het leek een kant die voor ons angstvallig verborgen werd gehouden en bij mij kwam steeds vaker de vraag omhoog: ‘Wie was mijn lieve opa nu echt?’.
Want dat zijn tijd op Java indruk op hem had gemaakt, was wel duidelijk.
Ik ging onderzoek doen. Ik begon te lezen over onze koloniale geschiedenis, las documenten en ging zelfs naar het Nederlands Instituut voor Militaire Historie.
Ik vroeg gegevens op en uiteindelijk kreeg ik (voor mij) zeer waardevolle documenten in handen van mijn opa’s militaire verleden.
Nu wist ik waar hij was geweest als marinier. Nu wist ik wat daar was gebeurt, wat hij meegemaakt moest hebben en waar hij mogelijk bij betrokken is geweest.
Meer dan ooit verklaarde dit zijn levenslange stilzwijgen. Vooral nadat ik las hoe het volk in Nederland reageerde toen de door de Nederlandse overheid uitgezonden soldaten terugkeerden van hun vijf jaar durende missie in een land zover van ons vandaan.
‘Moordenaars.’
Ik weet dat mijn opa geen moordenaar is. Ik zie hem niet zo en zal hem ook nooit zo zien. Maar ik kon mij direct voorstellen dat de gruwelijkheden daar en daarnaast deze thuiskomst na vijf jaar, impact op hem moet hebben gehad.
Een jaar na het overlijden van mijn opa, kreeg ik via het veteranenblad ‘Checkpoint’ contact met een veteraan die samen met mijn opa had gediend in Nederlands-Indië.
Na mijn ontdekking was ik op zoek naar een soort van rust. Ik hoopte dat er iemand was die mijn opa zou herkennen en mij meer kon vertellen over de man die hij in die tijd was. Om voor mijzelf mijn beeld van mijn opa volledig te hebben. Ik plaatste een oproep en alsof het zo moest zijn, werd ik gebeld door een hele lieve man.
Het kwam tot een ontmoeting. Keurig in pak, bezocht hij mij, samen met zijn dochter, bij ons thuis en hoorde ik voor het eerst verhalen over mijn opa die niemand kende.
Wat voor mij het belangrijkste was, was om te horen dat mijn opa qua karakter exact hetzelfde was als de man waarmee wij zijn opgegroeid. Lief, zachtaardig, grappig, maar soms ook streng wanneer nodig en rechtvaardig. Hij was eerlijk en betrouwbaar. Hij zorgde voor zijn mensen en bleef altijd realistisch.
Hij kon leven met het weinige dat hij had en was zuinig.
Een exacte beschrijving van hoe hij in ons leven altijd was geweest. En dat gaf mij rust.
Desalniettemin, maakte het mij ook ergens verdrietig. Omdat deze lieve man, zijn verleden heeft verdrongen. Vooral waarschijnlijk, en dat is geheel mijn eigen invulling, omdat hij voelde dat hij niet de ruimte mocht nemen om zijn verhaal te delen omdat andere mensen weleens slecht over hem zouden kunnen denken.
Hij kwam na vijf jaar thuis, sloot deze periode af en ging door met zijn leven en sprak er nooit meer over.
Alleen soms, toen hij nog naar veteranendagen ging vermoedelijk.
Voor zover wij weten, is hij “gelukkig” nooit geplaagd door nachtmerries. Ook is zijn gedrag nooit anders geweest. Geen agressie, geen alcoholisme.
Ik weet dan ook niet of het wegstoppen van zijn ervaringen behoren tot een posttraumatische stressstoornis (PTSS).
In liefdevolle herinnering aan de liefste opa die de stabiele basis was terwijl ik de wereld begon te ontdekken.
Qua Patet Orbis
(Zo wijd de wereld strekt)

Ieder meisje zou een grote broer moeten hebben
Zonder een ellenlange levensgeschiedenis, ik had een vijf jaar oudere broer.
Had, omdat hij in 2017 is overleden na een ongeluk met zijn vrachtwagen op weg naar huis.
Heb, omdat hij altijd mijn broer zal blijven.
Mijn vijf jaar oudere broer, behaalde zijn middelbare schooldiploma toen ik daar nog druk bezig was mijn eigen plekje te vinden.
Anders dan zijn vrienden, besloot mijn broer zich na school aan te melden bij defensie. Hij wilde het leger in.
Op achttienjarige leeftijd werd hij aangenomen, doorliep zijn AMO (Algemene Militaire Opleiding) en werd officieel beëdigd.
Had ik als dertienjarige ook maar enig benul van wat dit allemaal betekende? Zeker niet. Maar ik vond mijn broer cool en wat was ik trots op hem toen hij na zijn AMO aankwam in zijn groene kloffie en zijn gecamoufleerde gezicht.
Mijn broer solliciteerde op de functie bij BEVO, de bevoorrading- en transport afdeling van defensie, en werd daar chauffeur.
Tijdens zijn dienstperiode, is hij tweemaal voor vier maanden uitgezonden geweest naar Irak en eenmaal kort naar Koeweit.
Zijn eerste missie deed hij op een leeftijd van rond de 20/21 jaar.
Eén van de dingen die mij is bijgebleven van deze uitzendingen, is het invullen van een lijst voor zijn vertrek. Een lijst waarop hij moest aangeven wat er moest gebeuren met zijn stoffelijk overschot, mocht hij in dienst van zijn land het leven laten.
Mijn broer grapte dat hij dan gecremeerd wilde worden en dat we hem op de kast mochten zetten, zolang het maar geen bloemenvaas zou zijn.
Als ik er nu op terugkijk, is het natuurlijk te bizar voor woorden. Een twintigjarige die keuzes moet maken over zijn uitvaart en wat er met zijn overblijfselen moet gebeuren.
Toen stonden we er nooit echt bij stil. Niet wat zijn baan precies betekende, maar ook gingen we er niet vanuit dat er iets met hem zou gebeuren.
We stonden er nooit bij stil dat hij kon omkomen in een land waar oorlog werd gevoerd, terwijl we later wel stil stonden bij hoe kwetsbaar hij was als vrachtwagenchauffeur in zijn burgerleven. Ik begrijp het nog steeds niet.
Maar misschien komt dat uiteindelijk toch wel omdat we onbewust toch een zoon en een broer van voor en van na de missie kenden.
Het telefoontje
Er werd naar huis gebeld. Mijn broer. Bellen naar huis was niet vanzelfsprekend en we schreven vooral brieven en stuurden pakketjes met lekkers en knuffels.
Zijn exacte woorden weet ik niet. Hij had uiteraard mijn moeder aan de lijn. Maar hij liet ons weten dat hij en zijn collega’s naar het thuisfront mochten bellen van de leidinggevende om te laten weten dat ze oké waren.
Hun konvooi was namelijk aangevallen en er was een ontploffing geweest tijdens patrouille. We mochten tegen niemand verder iets zeggen, maar ze wilden het nieuws op tv voor zijn en het thuisfront laten weten dat ze veilig waren.
Terwijl ik dit schrijf, besef ik mij na al die jaren, dat ik mij nu pas afvraag of er iemand is omgekomen die dag. Ik kan mij niet herinneren dat wij mijn broer ernaar hebben gevraagd.
De opluchting dat hij oké was, was natuurlijk groot. Gek genoeg, gingen wij snel over tot de orde van de dag en wachtten we met smart op zijn thuiskomst.
We hebben naar mijn weten nooit echt met hem gesproken over de aanval op zijn konvooi en dit kwam ook niet uit hemzelf.
Na elke uitzending bracht hij een aantal dagen door op Cyprus en konden de militairen die dit wilden, een gesprek voeren met een geestelijke.
Na een aantal dagen mochten ze dan naar huis.
Na de uitzending
Na deze uitzending was hij veranderd. Niet drastisch, maar subtiel.
Hij was volwassener, dronk in de weekenden meer, liet zich lekker gaan, maar maakte soms ook ruzie met zijn toenmalige vriendin. Dit terwijl mijn broer geen ruziezoeker is.
Nu, al die jaren later, denk ik dat dit een eerste teken is geweest. Een teken dat er iets wezenlijks in hem veranderd was.
Toen dacht ik, dachten wij, niets anders dan dat dit bij zijn leeftijd hoorde.
Daarnaast had ik als puber / jong- volwassene wel mijn eigen dingen aan mijn hoofd.
Als thuisfront zijn wij een aantal maal bij bijeenkomsten geweest die speciaal werden georganiseerd voor de familie van de militairen die op uitzending waren.
We konden hier “lotgenoten” ontmoeten en ervaringen delen. Eén van deze dagen is mij bijgebleven, omdat we een kerstboodschap op video mochten opnemen voor mijn broer.
Gewapend met een rendiergewei op ons hoofd, werden ietwat ongemakkelijke boodschappen ingesproken op camera. Ik hoop dat ze in kamp ‘As Samawah’ in Irak, in ieder geval de warme boodschappen hebben gevoeld.
Nu ik ouder ben, besef ik dat wij op deze dagen nooit van defensie enige uitleg hebben gekregen over dat wat onze familieleden daar meemaken, en wat te doen als ze weer thuis komen.
Iets dat, wat later duidelijker zal worden, mij boos heeft gemaakt, maar ook strijdlustig.
Mijn broer besloot uiteindelijk een belangrijke stap in zijn leven te gaan zetten en wilde niet meer bijtekenen voor de landmacht. Hij ging echter nog één keer mee op missie.
Zijn laatste uitzending was een korte naar Koeweit, waar hij hielp met het afbreken en het vervoeren van materieel.
In zijn burgerleven werd mijn broer vrachtwagenchauffeur. Iets waar altijd al zijn passie heeft gelegen. Onze vader was er immers ook één. Gelukkig had hij zijn rijbewijzen allen bij defensie kunnen behalen en was de stap naar een burgerbaan wat dat betreft iets minder groot.
Tot enkele jaren voor zijn overlijden, sprak mijn broer met ons nauwelijks over zijn diensttijd. En ook vroegen we hem er niet naar. Het voelde voor ons denk ik vooral als een afgesloten periode.
Het veranderen van baan, zoals dat in het “normale” leven gaat.
Nu ik hier op terug kijk, voel ik verdriet.
Want ondanks dat hij ons ook niets uit zichzelf vertelde, begrijp ik nu, nadat ik de verhalen van andere veteranen heb gelezen, welke impact zijn uitzendingen moeten hebben gehad.
Het voelt, alsof wij daaraan voorbij zijn gegaan. Iets waarvan ik de schuld ook deels bij defensie leg.
Het gebrek aan begeleiding van het thuisfront in die tijd, en het gebrek aan begeleiding en ondersteuning aan de jonge militairen zoals mijn broer die terugkwamen uit een land waar oorlog was.
Want ja, die acht maanden in totaal hebben enorm veel indruk op mijn broer gemaakt.
Mijn broer kon in zijn burgerleven moeilijk alleen zijn. Hij had altijd graag mensen om zich heen.
Hij begon meer te drinken. Al erkende hij dit probleem zelf niet altijd.
Hij kon van frustratie of onmacht soms boos worden, maar hij was eigenlijk altijd ontzettend lief en wilde het goed doen voor iedereen. Deed nooit een vlieg kwaad en stond voor iedereen klaar.
Hij vond het verschrikkelijk als anderen verdrietig waren. En hij vond het ook niet fijn als anderen zich zorgen maakten.
Zelf liet hij zijn eigen ware emoties niet vaak zien. Zoals bij het overlijden van onze vader. Hij stopte dit meestal direct weg.
Iets, wat ik later pas begreep, ook vaker voorkomt bij militairen/veteranen.
Het liefst zat hij na zijn werk in zijn stamkroeg om een biertje te doen met de aanwezigen daar. Vooral omdat hij niet alleen wilde zijn. Waar hij eigenlijk naar verlangde was een huisje, boompje en een beestje. Een gezin met iemand die van hem kan houden zoals hij is.
Zijn diensttijd en zijn uitzendingen vielen in een periode in zijn leven, waarin hij zich moest ontwikkelen.
Het is een belangrijke periode in het leven van een jong- volwassene, omdat je de wereld om je heen anders gaat bekijken en je eigen meningen gaat vormen.
Defensie gaf mijn broer structuur en houvast in die periode. Zijn peloton, zijn maten, waren alles voor hem. Zijn aangenomen familie.
Dat viel weg toen hij eruit stapte. Toen hij begon aan zijn burgerleven en waar de meeste mensen zich niet konden voorstellen wat hij had gezien, wat hij had meegemaakt.
Eén jaar voor zijn overlijden, zat mijn broer in de put. Hij stond bij ons voor de deur en vroeg of hij een nachtje bij ons kon pitten.
‘Natuurlijk mag dat gekkie‘, zei ik nog. Hij was niet oké. En ik deed mijn best om door te vragen. En voor het eerst in mijn leven, kreeg ik antwoorden van mijn broer.
‘Zus, je weet niet wat ik daar gezien heb. Wat ik daar meegemaakt heb. Het zit allemaal in mijn hoofd weet je en het gaat er niet uit. Ik heb nachtmerries en dan word ik zwetend wakker‘.
Ik vroeg hem waarom hij dan niet met iemand ging praten. Zijn reactie deed mijn hart ontzettend veel zeer.
‘Met wie dan zuster? Een psycholoog? Die is daar niet geweest joh, die heeft geen idee waar ik het over heb. Die heeft niet gezien wat ik heb gezien.’
En je oude vrienden van het leger dan?
‘Die zijn allemaal verder gegaan zus‘.
Op dat moment voelde ik zijn wanhoop. En de mijne. Omdat hij daarna dichtsloeg en naar bed ging.
Een gevoel van machteloosheid kan ik je vertellen. Want wat kun je doen? Luisteren doen we met liefde, maar wat als iemand niets wil vertellen? Als iemand niet wil dat we ons zorgen maken?
‘Er zijn’. Er zijn, bleek in ons geval het antwoord.
Vanaf dat moment hebben we hem altijd extra in de gaten gehouden, geprobeerd met hem te praten wanneer dat kon en hij dat toeliet.
Hij is na zijn diensttijd nooit door defensie benaderd met de vraag hoe het met hem ging. En als dat wel het geval was geweest, dan weet ik niet of hij een eerlijk antwoord zou hebben gegeven.
Mijn broer heeft na zijn diensttijd wel altijd gezegd, dat als ze hem zouden bellen om op missie te gaan, hij meteen ja zou zeggen.
En nu, na het lezen van verhalen van andere militairen, begrijp ik waarom.
De missie, de structuur, onder mensen zijn zoals jij, ondanks een oorlog en een vijandig land, is er ook een gevoel van veiligheid. Iets dat hij is gaan leren kennen. Dat indruk heeft gemaakt.
Ondanks zijn PTSS, want ik kan zeker zeggen dat het PTSS is dat hij heeft opgelopen, en moeilijke perioden heeft mijn broer ook van zijn leven kunnen genieten.
Misschien waren wij het niet altijd eens met de manier waarop, omdat we van hem houden en wilden dat hij voorzichtig was, maar hij heeft genoten. Hij maakte overal een feest van. Al zeurt er in mijn achterhoofd altijd een stemmetje dat dat misschien ook was om dingen weg te stoppen.
Het leven en de ervaringen van mijn broer, hebben mij leren kijken maar mijzelf en mijn eigen leven.
Met mijn ervaring als kleindochter van een marinier en mijn ervaring als zus van een veteraan met PTSS, kan ik in alle eerlijkheid zeggen dat het delen van deze verhalen belangrijk is.
Dat het heel belangrijk is dat veteranen hun verhalen vertellen en blijven vertellen. Over hun missie, maar ook over hun leven erna.
Mijn opa en broer kunnen dit niet meer, maar ik wel.
(Wat betreft het verhaal van mijn broer heb ik vanuit privacy overweging details weggelaten).

In liefdevolle herinnering aan de beste en liefste broer die ik mij kon wensen, Michel.
Ik ben zo ongelooflijk trots op jou. Toen, nu en voor altijd.
‘Sporen. Veteranen na hun missie’
‘Sporen. Veteranen na hun missie‘ is een bundel waarin we verhalen vinden van verschillende veteranen.
Olof van Joolen (o.a. schrijver en voorheen ook defensieverslaggever) en Niels Roelen (veteraan en schrijver) bundelden samen hun krachten en gingen opzoek naar veteranen die hun verhaal wilden vertellen.
Niet alleen het verhaal van hun diensttijd, hun uitzendingen, maar voornamelijk ook het verhaal van hun leven na die tijd.
Wat is er met hen gebeurt na hun uitzendingen, in het burgerleven.
Welke sporen hebben deze uitzendingen nagelaten.
Uit elk boek dat inmiddels is geschreven over en met veteranen, blijkt dat het een hechte club mensen is die op hetzelfde punt uitkomen: het thuisfront, de mensen thuis, hebben vaak geen idee wat we hebben meegemaakt. En hoe kun je dit uitleggen?
Dat PTSS een veel voorkomende aandoening is onder militairen, veteranen en andere mensen van beroepen waarbij er van hen wordt gevraagd te handelen in stressvolle situaties, is niet raar.
Ik denk persoonlijk dat het raar zou zijn als je helemaal niets zou voelen.
Niet elke militair/veteraan krijgt last van PTSS. En vanuit mijn ervaring als sociaal pedagogisch hulpverlener, denk ik dat ook aanleg hierbij een belangrijke rol speelt.
In dit boek vertellen zesentwintig veteranen hun verhaal.
Met een inleiding van Olof wordt de missie van dit boek duidelijk: woorden geven aan de belevenissen van veteranen en wat dit met hen heeft gedaan als mens.
Zijn ze veel veranderd? En hoe dragen zij deze ervaringen met zich mee in hun burgerleven?
Wat mij meteen opvalt aan deze bundel is de verscheidenheid aan deelnemers.
We vinden de verhalen van veteranen uit alle lagen, uit verschillende tijden en op verschillende uitzendingen.
Dit zorgt niet alleen voor een prettige variatie aan verhalen, maar ook wordt duidelijk dat ondanks dat de missies van elkaar verschillen, ze wel door dezelfde processen gaan.
Het geeft absoluut een indrukwekkend beeld van de individuen maar zeker ook van het geheel.
Wanneer veteraan Gerard van der Lee aan het woord komt, moet ik even slikken. Zijn verhaal is dat van mijn opa en het voelt dan ook heel dichtbij. Zijn woorden raakten mij enorm tijdens het lezen en persoonlijk kreeg ik er weer een klein stukje van de puzzel bij.
Tijdens het lezen besefte ik mij, dat er toch vaak “dezelfde” uitzendingen voorbij kwamen. Ik heb het dan over de ervaringen die gedeeld worden over Srebrenica, Afghanistan en Nederlands-Indië.
Natuurlijk waren dit behoorlijk grote uitzendingen, maar voor mij persoonlijk voelde het alsof andere uitzendingen minder belangrijk waren. Zo miste ik de verhalen van veteranen die net als mijn broer in Irak zijn geweest.
Misschien is het puur toeval dat deze verhalen niet in deze bundel te vinden zijn, op een enkeling na die alleen kort aangeeft er te zijn geweest. Maar het leek bijna alsof de uitzendingen naar Irak er niet zijn geweest.
Ik hoop, dat mocht er ooit nog een bundel verschijnen, we ook veteranen vinden die daarover willen vertellen.
De manier waarop Olof en Niels de verhalen van de betrokken personen hebben opgeschreven is persoonlijk en open. Het leest prettig weg, ondanks de soms heftige herbelevingen.
Het is heel bijzonder dat de veteranen hun verhalen met ons willen delen middels dit boek, en het voelt echt alsof je ze beter leert kennen.
Conclusie
De woorden ‘begrip’ en ‘bewustwording’ zijn de eerste woorden die in mij opkwamen na het sluiten van dit boek. En beiden zijn wat mij betreft dan ook de missie van dit boek.
Ondanks mijn eigen onderzoeken naar verhalen van veteranen om meer herkenning te vinden en meer te leren, is dit boek voor mij echt een aanvulling.
De persoonlijke verhalen hebben mij enorm geraakt. Daarnaast hebben ze mij nog meer inzicht gegeven wat betreft de mensen in mijn eigen leven.
En alhoewel mijn broer er niet meer mag zijn, heb ik dankzij dit boek nog meer inzicht gekregen in zijn handelen. Alsof ik toch nog een soort van kijkje op afstand in zijn hoofd krijg.
Het geeft mij rust, maar maakt mij ook een beetje verdrietig, omdat ik dit boek niet meer aan hem kan doorgeven. Ik denk dat hij er veel aan zou hebben gehad.
‘Sporen. Veteranen na hun missie‘, is wat mij betreft een boek voor iedereen.
Op de eerste plaats voor andere militairen en veteranen. Het lijkt me fijn om erkenning, herkenning en begrip te vinden, maar ook om herinneringen op te halen.
Op de tweede plaats is dit boek in mijn ogen voor iedere buitenstaander van belang. Of je nu tot het thuisfront behoort of niet.
De verhalen van deze veteranen laten je zien wat het inhoudt om een militair te zijn, wat dit met je doet of kan doen en wat dit betekent in het leven na een dienstperiode.
Dit boek creëert in mijn ogen echt begrip en geeft veel meer inzichten dan ik voor mogelijk had gehouden.
Als thuisfront heb ik behoefte aan deze verhalen. Allereerst, omdat het voelt alsof ik dichter bij mijn opa en broer ben, maar ook omdat het antwoorden geeft op vragen.
Over de auteurs

Olof van Joolen is chef-verslaggeverij bij De Telegraaf en was tussen 2016 en 2022 defensieverslaggever bij de krant. Hij publiceerde eerder drie succesvolle boeken over de Nederlandse krijgsmacht.
(Foto: Geert Snoeijer)
Niels Roelen was majoor in het Nederlandse leger en werd diverse keren uitgezonden op missies voor de VN en de NAVO. Over de missie in Uruzgan hield hij voor defensie een weblog bij. Dit resulteerde in zijn debuut Soldaat in Uruzgan, waarvan er inmiddels 45 000 exemplaren zijn verkocht. Na zijn militaire carrière is Niels lezingen en trainingen op het gebied van leiderschap en het maken van keuzes gaan geven, en is hij gaan schrijven voor onder meer de Militaire Courant en NRC Handelsblad. Zwarte vogel is zijn debuut als romanschrijver.

Benieuwd naar dit boek? Je vindt het via mijn persoonlijke link hier onder.


4 reacties
Edwin Wassink
Dank je wel voor het delen van dit persoonlijke verrhaal! Ongetwijfeld niet makkelijk, maar je hebt het mooi verwoord. Kan me er zo van alles bij voorstellen.
Goed dat het zo in een boek onder de aandacht wordt gebracht.
Priscilla
Dankjewel lieve Edwin ❤️
En oprecht heel blij met dit boek. Blij dat ik op mijn manier ook een stem kan geven aan de verhalen.
Véronique Pauwels
Wauw, zo heftig en toch zo mooi verwoord! Ik denk dat beide ongelooflijk teots en blij zouden zijn met dit verhaal van jouw kant. Dikke knuffel lieve Pris.
Priscilla
Dankjewel lieve Véronique !❤️